Het water

Er was eens een land waar droogte heerste. De mensen in dit land verlangden allemaal naar water. Het land was omringd door bergketens en, zo wist men, hoog in de bergen bevond zich een groot meer, vol met heerlijk water.

Nu en dan was er een reiziger die zich met grote moeite op weg begaf, de bergen in. Veel reizigers kwamen terug met het verhaal dat de weg te onbegaanbaar was. Andere reizigers, die er ook niet in geslaagd waren het meer te bereiken, vertelden de mensen beneden dat er boven in de bergen helemaal geen meer vol water was. Dat zeiden ze omdat ze niet toe wilden geven dat ze er niet in geslaagd waren het meer te bereiken. Nu en dan was er iemand die er wel in slaagde om het meer te bereiken. Omdat de weg steil was en bijna onbegaanbaar had zo iemand niet veel bagage mee kunnen nemen. Een kleine fles was het enige.

Wanneer zo iemand beneden kwam, met zijn flesje, gevuld met het water uit het meer, waren de mensen verrukt. Iedereen kreeg een slokje, behalve natuurlijk degenen die geen slokje wilden omdat het meer in het verhaal wat zijzelf verteld hadden toch niet bestond.

Maar al snel was het flesje leeg. De reiziger probeerde dan de weg te wijzen. Kijk, zo moet je lopen, en dan die afslag en niet die. Een hele routebeschrijving. Maar de meeste mensen leek het toch teveel moeite. Dan maar liever dorst.

Ondertussen bleef het lege flesje staan. O, wat had daar een heerlijk water in gezeten! Als je al naar dat flesje keek, dan was je dorst al bijna gelest. Uiteindelijk gingen de mensen geloven dat door het kijken naar het flesje hun dorst werkelijk gelest werd. Ja, dat gebeurt als je iets maar hard genoeg gelooft. Niet dat je dorst dan gelest wordt natuurlijk, maar dat je dat gelooft.

Nu was het zo dat er in dat land verschillende dorpen waren. En uit ieder dorp was er weleens een reiziger geweest die het bergmeer bereikt had en daaruit water had meegebracht in een flesje. Maar geen enkel flesje was natuurlijk hetzelfde. Ieder dorp had weer ander vaatwerk, in verschillende modellen, kleuren en materialen.

Zo had uiteindelijk ieder dorp een ander flesje wat aanbeden werd, omdat daar ooit het water uit het bergmeer in gezeten had. Dat dat hetzelfde water was, daar dacht niemand aan. Dat ze ook zelf hun best konden doen om de bergen te beklimmen en het meer te vinden, was teveel moeite. Dat was trouwens niet nodig, was het heersende geloof, want als je naar het flesje keek, dan was je dorst eigenlijk al gelest. Zo praatten de mensen elkaar na.

Tja, en toen kwam er een dag dat de mensen in het ene dorp ontdekten dat in een ander dorp een ander flesje aanbeden werd. Hoe durfden ze!

Toen werd het oorlog.

©2024 Alice

Wil je inhoudelijk reageren? Graag. Bijvoorbaat hartelijk dank. Alice