Systemen

Pas op voor systemen, had ik zelfs als titel aan dit blog willen geven.
“Systemen zijn krachtig, én gevaarlijk. Je moet er niet wezen”.

Dit is nogal een boude uitspraak en ook wat controversieel.
Hieronder zal ik laten zien hoe ik tot deze uitspraak ben gekomen.

Een heel aantal jaren heb ik gewerkt met “systemisch werk”, dat is een verzamelnaam voor o.a. familieopstellingen en organisatieopstellingen. Ik ben daar indertijd gedegen in opgeleid en gecertificeerd.
Maar…
Bij systemen hoef je niet alleen te denken aan bepaalde rigide maatschappelijke bureaucratische systemen waar in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw volop tegen geageerd werd.
Systemen zijn overal, families vormen een systeem, maar ook bedrijven, verenigingen, stichtingen, kortom ook al die door mensen gevormde organisaties, van mensen die vaak de allerbeste bedoelingen hadden. Hadden ja. Want wat gebeurt er zodra er een systeem is ontstaan?

Een systeem is een energievorm die groter is dan de individuele leden. Het geheel is meer dan de som der delen. Tot nu toe klinkt dit goed. Vandaar ook dat in de eerste jaren van het systemisch werk, van de familieopstellingen, het systeem bijna als iets heiligs, want groter, werd gezien.

Het beoogde doel van een familieopstelling was dan ook, en dat vertelden we dus aan onze cliënten, om de verstrikkingen in het systeem te ontwarren waardoor de cliënt op een ongelukkige plaats in het systeem terecht was gekomen en de juiste orde in het systeem te herstellen waardoor de cliënt in een betere en gelukkiger positie zou komen.
Dit even heel in het kort en summier uitgelegd, uiteraard is informatie hierover te vinden in talloze boeken en andere geschriften.
Inderdaad werkte de methode heel aardig, cliënten kregen inzichten in mogelijke oorzaken van hun probleem en kregen een oplossingsrichting aangeboden.
Toch ontdekten we, in de groep begeleiders waar ik mee samenwerkte, dat het vaak nog het beste werkte voor de cliënt als die helemaal niet een nieuwe plek in het systeem kreeg, maar stappen deed naar de toekomst en zelfs het systeem úit. Dat was natuurlijk vloeken in de kerk, want “het systeem” werd zowat als goddelijk beschouwd in de orthodoxie van het systemisch werk.

Inmiddels hebben dit systemisch werk, en de familieopstellingen zich in de loop der jaren verder ontwikkeld en ik weet eerlijk gezegd niet hoe hier nu tegenaan gekeken wordt.

Hoe kan dat nu dat het beter zou zijn buiten het systeem dan op een betere plek binnen het systeem? *

Mijn visie is deze:
Een systeem, oorspronkelijk gevormd door de leden, gaat een eigen leven leiden. Het wordt inderdaad iets wat groter is dan de som der delen, maar is dan beslist niet goedaardig meer. Het wordt na verloop van tijd als het ware een reusachtig ego dat als een soort koepel over de leden heen staat en voeding nodig heeft. Het is een energievorm die in stand gehouden moet worden door de energie van de verschillende leden. En het wil groeien. Een reusachtige parasiet dus.
De leden gaan in verschillende mate bijdragen aan de energie van de parasiet en de parasiet bepaalt wie en wat. Alle leden werken eraan mee, want het systeem moet in stand blijven en groeien.
De enigen die geen energie verliezen aan het systeem waarvan ze deel uitmaken zijn de paar “favorieten” van het systeem. Die krijgen een beetje energie. Dit zijn dus ook degenen die geen problemen hebben, die komen niet als cliënt. Het zijn vaak de populaire leiders. Alle andere leden verliezen energie, maar de zondebokken, de zwarte schapen, degenen op wie alle problemen afgeschoven en geprojecteerd worden, het meest. De andere leden laten dit gebeuren, met uiteindelijk als enige “beste bedoeling” de dienst aan het systeem.

Je kunt in een opstelling schuiven wat je wilt, iedereen helpen op een mooie plek te komen waarbij “de liefde weer stroomt”, het happy end van een geslaagde opstelling, maar dat verandert niets aan het feit dat er aan een systeem energie verloren gaat. Juist ook die energie van liefde.
Hier valt nog meer over uit te weiden, maar dat voert hier nu te ver.

Zelf heb ik me zoveel mogelijk losgemaakt uit systemen, ik ben zelfs geëmigreerd. Het heeft mij een onvoorstelbare vrije ruimte gegeven. Maar het heeft absoluut een prijs. Je “hoort er niet meer bij”. Sommige systemen worden zelfs echt vijandig. Je verliest veel.
Voor de meeste mensen lijkt deze prijs veel te hoog. Ik wil toch een lans voor breken voor deze mogelijkheid, want de winst is ook groot. Uit zoveel mogelijk systemen stappen geeft je uiteindelijk alles wat je echt wilt. Namelijk jezelf, ten diepste, liefde, licht en bewustzijn.
Zoals hierboven geschetst zijn systemen op persoonlijk niveau al gevaarlijk, maar in een groter verband is het nog erger. Want ook grotere groepen vormen systemen, kerken, hele landen, vooral landen met een sterk nationaal sentiment.

Een systeem is een reusachtig ego en gedraagt zich ook als een ego. Het heeft geen bewustzijn, geen liefde en geen werkelijke intelligentie.
Wat gebeurt er dus wanneer twee systemen met elkaar botsen? De rampen zijn niet te overzien.
Dat lijkt nog onschuldig zolang het gaat om twee rivaliserende volleybalverenigingen.
Het wordt al minder onschuldig als het gaat om groepen supporters van rivaliserende voetbalclubs.
De verdere voorbeelden zijn legio:
-twee families met een vete, tot en met bloedwraak
-bedrijven die elkaar kapotconcurreren in plaats van samen te werken
-verschillende godsdiensten die elkaar naar het leven staan
-botsende culturen die elkaar proberen te vernietigen
-twee landen die oorlogvoeren
-…

Het zijn de leden van de verschillende systemen die hun systeem dienen én erdoor vernietigd worden. Terwijl deze mensen vanuit hun beste bedoelingen menen hun “land te dienen”, of “God te dienen” dienen ze slechts destructie.

*Een duidelijke en uitgebreide uitleg hierover is te vinden in het boek Transsurfing van Vadim Zeland in zijn hoofdstuk over “slingers”. Het woord slingers blijkt naadloos te passen op het woord systemen.

Wil je inhoudelijk reageren? Graag. Bijvoorbaat hartelijk dank. Alice